(Fotograaf: Uupi Tirronen)
‘De uitdaging van nu is de snelheid van innovatie versus de traditie bij de stad in ontwikkeling’, vindt Eskelinen en daarover gaat zijn lezing op 12 september tijdens Ai in de Stad in Breda.
Jarmo Eskelinen heeft een indrukwekkende smartcityloopbaan op zijn cv staan. De huidige executive director data diven Innovation aan de University of Edinburgh (een project dat vergelijkbaar is met ons DMI-ecosysteem) was hiervoor onder meer lid van de Smart London Board, chief innovation officer bij Connected Places Catapult, vicevoorzitter van Open & Agile Smart Cities en oprichter en ceo van Forum Virium Helsinki. In al die banen combineerde hij innovatieve technologie (dat eerst smart heette en nu Ai) met de effecten de fysieke, sociale en economische aspecten van de stad. Zijn conclusie: ‘De stad is te complex voor Ai.’ Volgens Eskelinen kan Ai, zoals het nu is, hooguit als assistent dienen in stedenbouwkundige en sociale processen. Dat kan volgens hem – zeker in de complexe Nederlandse context – bijzonder waardevol zijn, maar de mens nooit vervangen. In ieder geval niet in de nabije toekomst.
Complexiteit van de stad begrijpen
‘Als je gebruik wil maken van de kansen van Ai moet je de complexiteit van de stad willen begrijpen en je moet begrijpen hoe Ai werkt. Tijdens mijn keynote-lezing zal ik vertellen hoe ik zelf het begrip Ai definieer en welke verschillende vormen ik onderscheid. Waar je Ai, zeker machinelearning, goed kan gebruiken is voor het modelleren van stedelijke processen. Maar daarbij moet je altijd begrijpen dat het wel een simplificatie van de werkelijkheid is en vaak ook maar van een deel van die werkelijkheid.’ Het is lastig om in modellen de hoofd- en bijzaken te scheiden. Daarbij stelt Eskelinen dat die werkelijkheid dan wel de werkelijkheid van dit moment is. ‘Wat we zien is dat de effecten van een stedelijke ingreep vaak lastig te voorspellen zijn omdat mensen zich aanpassen aan de nieuwe stedelijke context. Ze gaan zich na een stedenbouwkundige ingreep anders gedragen dan ze voorheen deden. Dat laatste laat zich maar heel lastig in een model vatten.’
Generatieve Ai kan volgens Eskelinen behulpzaam zijn in een creatief proces, maar is zelf niet creatief. ‘Gen Ai is een weerspiegeling van menselijke kennis. Maar alleen onze kennis tot nu toe. Gen Ai snapt zelf niets. En voegt ook niets toe. Het is niet intelligent zoals wij dat zijn. Het ziet de stad wel, maar snapt niet hoe die werkt.’ Volgens Eskelinen heeft de stad ook mensen nodig die nieuwe dingen bedenken. Die creatief zijn. Nieuwe stedenbouwkundige oplossingen of nieuw soicaal beleid.
Wat is de rol van de mens?
Stedenbouw is volgens hem het werken met en aan de complexiteit van de stad en daar kan Ai veel tooling voor bieden. Maar een vraag, waar ook hij nog geen antwoord op heeft, is wat de rol daarin is van de mens. Controleren mensen werk van Ai-tools of schrijven ze de prompts? ‘Als we te maken krijgen met beslissingen die van invloed zijn op de levens van mensen, moet er een mens de leiding hebben’, stelt Eskelinen. Maar hoe organiseer je dat? ‘Wat ik erg interessant vind is hoe dat in de medische wereld gebeurt. Daar worden Ai-oplossingen behandeld alsof het medicijnen zijn. Er worden klinische tests gedaan in proefsituaties om te zien hoe een tool uitpakt. Dat lijkt me ook zinvol voor toepassingen buiten het ziekenhuis. Bijvoorbeeld in het sociaal domein als je tools ontwikkelt die impact hebben op het dagelijks leven van mensen.’ In zijn lezing gaat Eskelinen ook in op veiligheid van Ai. ‘We moeten ons erg bewust zijn van de risico’s van hacks en cyber-oorlogen. Dat is de realiteit waarin we nu leven.’
Wil je het hele verhaal van Jarmo Eskelinen horen. Kom dan 12 september naar Ai in de Stad in Breda.